
De Maanvis en het Sterrenlicht
In een heldere vijver woonde Maanvis, die ’s nachts naar de sterren staarde en wenste dat hij kon glinsteren zoals zij. Een nacht viel er een ster in zijn vijver en gaf hem een glanzende schub. Sindsdien glinsterde Maanvis de helderste van allemaal.
De Maanvis en het Sterrenlicht
Op een rustige plek, verscholen tussen weelderige bomen en kleurrijke bloemen, lag een kristalheldere vijver. De vijver was het thuis van vele vissen, kikkers en waterplanten. Maar de meest bijzondere vis van allemaal was Maanvis.
Maanvis was niet zoals de andere vissen. Terwijl de andere vissen overdag speelden en ’s nachts sliepen, deed Maanvis precies het tegenovergestelde. Elke nacht staarde hij naar de glinsterende sterren aan de hemel, betoverd door hun schoonheid. “Als ik toch eens kon schitteren zoals zij,” zuchtte hij vaak.
Op een bijzondere nacht, terwijl Maanvis zoals gewoonlijk naar de sterren staarde, zag hij een vallende ster recht op de vijver afkomen. Met een zachte plons landde de ster in het water, vlak naast Maanvis. Geschrokken zwom hij dichterbij en keek naar de ster, die nu in het water glinsterde.
“Ik ben Stella,” zei de ster zachtjes. “Ik heb je wens gehoord, Maanvis.”
Maanvis keek verbaasd. “Kun je mijn wens echt laten uitkomen?”
Stella lachte zachtjes. “Ik kan je niet veranderen in een ster, Maanvis. Maar ik kan je wel iets geven om je te laten schitteren.”
Met dat, raakte Stella Maanvis’ zij zachtjes aan. Waar ze hem aanraakte, verscheen een heldere, glanzende schub die zelfs in het donker schitterde.
“Elke keer als je naar deze schub kijkt,” zei Stella, “herinner jezelf dan aan de schoonheid die je in je draagt.”
Toen, met een flits van licht, verdween Stella, terug naar de hemel vanwaar ze kwam.
De volgende ochtend was de hele vijver in rep en roer. Maanvis’ nieuwe glanzende schub was het gesprek van de dag. Iedereen wilde weten hoe hij aan zo’n mooie schub kwam. En elke keer als ze vroegen, vertelde Maanvis hen over Stella en de wens die hij had gedaan.
Maar het mooiste van alles was dat Maanvis niet langer verlangde naar de sterren. Hij had geleerd dat schoonheid niet altijd in de vorm komt waarin we het verwachten. En hoewel hij nog steeds graag naar de sterren keek, deed hij dat nu met een gevoel van tevredenheid en vreugde.
Zo werd Maanvis een inspiratie voor alle wezens in de vijver, hen eraan herinnerend dat ware schoonheid van binnen komt, en dat iedereen op zijn eigen unieke manier kan schitteren. En als je op een heldere nacht langs die vijver loopt, kun je misschien nog steeds de glinstering van Maanvis’ speciale schub zien, als een herinnering aan de nacht dat een vallende ster zijn leven veranderde.